Onderhouden van hardloopschoenen

Om loopschoenen optimaal te gebruiken en er zo lang mogelijk van te kunnen genieten, is het belangrijk je kostbare loopschoenen goed te onderhouden.

Levensduur van de schoenen

De levensduur van een hardloopschoen wordt verkort door verschillende omstandigheden. Denk hierbij aan het lopen in de regen, of op vochtige bosgronden. Zuren van de regen en de bodem tasten de dempzool aan waardoor deze sneller afbreekt of harder wordt. Maak de schoenen na zo’n training dan schoon met koud water en gebruik een borsteltje en zet ze gewoon op kamertemperatuur te drogen. Haal de inlegzooltjes er wel eerst even uit en zet ze niet op of vlakbij de verwarming. Gooi hardloopschoenen ook niet in de wasmachine. Als de temperatuur buiten gaat zakken zullen de schoenen ook wat harder gaan aanvoelen. Dit gaat niet ten koste van de absorptie, verbind daar dus geen conclusies aan. Verder verdient het de aanbeveling om meerdere paren schoenen afwisselend te dragen als je vaker dan 3 keer per week hardloopt. De schoenen vangen bij elke stap je lichaamsgewicht op. Dit heeft een grote impact op het zoolsysteem. Zo hebben de middenzolen circa 48 uur hersteltijd nodig om hun functionele capaciteit weer terug te krijgen. Wanneer je de schoenen die hersteltijd gunt, blijft de beschermingsfactor langer intact en hierdoor verminder je het risico op blessures. Daarnaast komt dit ook de levensduur van de schoenen ten goede.

Verlies van demping

Naarmate er op de schoenen meer is gelopen, worden de schoenen steeds harder doordat de schokabsorbtie afneemt. Dit is aanvankelijk niet merkbaar, aangezien het een heel geleidelijk proces is. Na gemiddeld zo’n 1200 kilometer is een loopschoen meer dan 35 % van zijn oorspronkelijke demping kwijt waarmee de kans op blessures toeneemt. Vooral de achillespees en knieën worden wat gevoeliger, maar ook de heupen en de rug kunnen pijntjes geven. Het is verstandig om dan over te gaan op nieuwe loopschoenen. Houd wel in de gaten dat een loopschoen ook onder invloed van tijd harder wordt. Als je een nieuwe schoen niet zou gebruiken is hij na een jaar of 3 zodanig zover uitgedroogd dat het niet meer verantwoord is om er langere stukken mee te gaan lopen. Ook voor recreatieve lopers is het verstandig minstens twee paar schoenen te hebben. Naast het aantal kilometer speelt slijtage aan de zool een rol in de beslissing of schoenen aan vervanging toe zijn.

Slijtage van de buitenzool

Het is normaal als de buitenzijde van de hak slijt. Dit komt omdat men als eerste de buitenzijde van de hak belast tijdens de landingsfase. Dit is niet verontrustend want dit geldt voor verreweg de meeste lopers. Bij een normaal afwikkelpatroon is de slijtage onder de voorvoet in het midden. Slijtage over de gehele buitenzijde van de buitenzool geeft aan dat men gesupineerd (op de buitenkant van de voet met de zool inwaarts gedraaid) is geland en gesupineerd heeft afgezet. Slijtage aan de binnenzijde onder de voorvoet geeft aan dat men teveel geproneerd heeft afgezet.

Stabiliteit

Ongeveer 70 % van de lopers loopt op een anti-pronatieschoen. (ondersteuning vanuit de binnenzijde). Het is moeilijk te voorspellen wat er na een paar honderd kilometer met deze stabiliteit gebeurt omdat dat per voet en per schoen verschilt. Verstandig is het daarom om na 6 of 700 kilometer langs te gaan bij de winkel waar je deze schoen gekocht hebt om even een “tussencheck” te maken. Kleine eenvoudige aanpassingen kunnen dan de stabiliteit optimaliseren. Denk hierbij een ander inlegzooltje of een deel ervan. Het is sowieso verstandig om halverwege de levensduur van een schoen het inlegzooltje te vervangen. De pasvorm blijft hierdoor optimaal.